Je totale inkomen voor later kan uit drie onderdelen (pijlers) bestaan:
Oudedagsinkomen van de overheid: de Algemene OuderdomsWet (AOW), de Algemene NabestaandenWet (ANW) en de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA).
Pensioen van werkgever(s): Dit oudedagsinkomen bouw je op door tijdens je dienstverband mee te doen aan een pensioenregeling via je werkgever. De premies voor de pensioenregeling betaalt de werkgever. Mogelijk betaal je ook een eigen bijdrage. Deze wordt door je werkgever ingehouden op je bruto salaris. Scildon biedt hiervoor het Scildon Pensioen aan.
Oudedagsinkomen dat je zelf in privé opbouwt: Bijvoorbeeld omdat je een aanvulling wil op je pensioen of omdat je als zelfstandig ondernemer een pensioenkapitaal wil opbouwen. Deze producten noemen we lijfrenteverzekeringen of lijfrenterekeningen. De premies voor een dergelijke aanvullende regeling betaal je van je netto inkomen en zijn, onder voorwaarden, aftrekbaar van het inkomen. De uitkeringen zijn vervolgens belast. Scildon heeft verschillende lijfrenteverzekeringen.
Met de drie pensioenpijlers kun je een goed oudedagsinkomen opbouwen. Onder een goed pensioen verstaat de overheid een pensioeninkomen dat bij het bereiken van de AOW-leeftijd tenminste gelijk is aan 75% van het gemiddelde bruto loon tijdens je werkzame leven. Maar lang niet iedereen haalt die 75%. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn. Je hebt bijvoorbeeld minder pensioen opgebouwd omdat je:
In bovenstaande gevallen is het verstandig, of zelfs noodzakelijk, dat je zelf zorgt voor een aanvullend inkomen. Dat kan door te beleggen of te sparen.
Wij raden je aan om advies te vragen bij een onafhankelijk adviseur. Hij of zij kan bepalen of je een ‘pensioengat’ hebt. En of het verstandig is daar zelf (extra) vermogen voor op te bouwen. Jouw adviseur vertelt je welke vorm van vermogensopbouw voor je geschikt is en over de fiscale regels die voor jou van toepassing zijn.