Het kabinet wil inkomsten uit werk en woning – voor mensen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt – vanaf 1 januari 2022 meer lonend maken. Daarom wordt in 2022 het basistarief van 37,10% voor het inkomen tot en met € 69.398 verlaagd met 0,03 procentpunt naar 37,07%. Het toptarief wijzigt niet en blijft 49,50%.
Door deze aanpassingen verandert het netto inkomen. Voor de meeste werkenden betekent dit dat zij vanaf januari 2022 netto iets meer overhouden.
U kunt een aanmerkelijk belang hebben als u een aandelenpakket hebt of als u een stemrecht hebt in een coöperatie. In 2022 blijft het tarief voor inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) ongewijzigd, 26,90%.
Het inkomen uit vermogen (sparen en beleggen) wordt belast met een fictief (forfaitair) percentage (zie onderstaande tabel) van een grondslag. De grondslag is de waarde van de bezittingen verminderd met schulden. Het heffingvrij vermogen stijgt in 2022 van € 50.000 naar € 50.650. het belastingtarief blijft in 2022 ongewijzigd op 31%.
De veronderstelde rendementspercentages zijn aangepast. Voor het spaardeel is dat -0,01% en voor het beleggingsdeel 5,53%.
Voorbeelden hoe het rendement wordt berekend:
Over deze rendementen betaalt u 31% belasting.
Er is nog geen zicht op belastingheffing over het vermogen in box 3 tegen een werkelijk rendement. In het regeerakkoord van 2017-2021 sprak de regering de ambitie uit om de belastingheffing over inkomsten uit sparen en beleggen (box 3) meer in lijn te brengen met de werkelijk behaalde rendementen. Ondanks de aanpassingen van de box 3-heffing in de afgelopen jaren, blijft het grootste probleem dat het fictieve inkomen in box 3 waarover belasting verschuldigd is, nog steeds afwijkt van het werkelijke behaalde rendement. Eind 2021 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over de teveel geheven belasting over spaartegoeden. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe de fiscus hiermee zal omgaan.
Heeft u vragen over wat voor u de beste manier is om vermogen op te bouwen? Neem dan contact op met uw financieel adviseur.