Hoe wordt aanvullend pensioen belast?

Bij het opbouwen van een aanvullend pensioen betaal je premie. Over deze premie betaal je geen belasting, jouw pensioen is dus een bruto bedrag. Na de opbouwfase van jouw lijfrenteverzekering volgt de uitkeringsfase. Je koopt een lijfrente aan en vervolgens ontvang je periodieke uitkeringen. De wettelijk verplichte inhoudingen moeten afgedragen worden aan de Belastingdienst, deze worden dus van je bruto uitkering afgetrokken.

Als je met pensioen gaat, moet je belasting betalen over de pensioenuitkering. Je hoeft deze betalingen niet zelf te doen, deze worden ingehouden door de verzekeringsmaatschappij waar je jouw lijfrente hebt aangekocht. Het pensioen wordt vervolgens netto aan je uitgekeerd. De door jou te kopen lijfrentetermijnen moeten aan de Wet inkomstenbelasting 2001 voldoen. Hierbij is de leeftijd van belang die je hebt op het moment dat de uitkeringen beginnen.

Advies door een deskundige

Voor advies over onze producten verwijzen wij je graag naar een onafhankelijke financieel adviseur.

Vind een adviseur

Er zijn twee soorten lijfrente waar je uit kunt kiezen: de oudedagslijfrente en de tijdelijke oudedagslijfrente.

1. Oudedagslijfrente

Je krijgt uitkeringen voor zolang als je leeft. De start mag eerder dan je AOW-leeftijd zijn, maar niet later dan 5 jaar ná jouw AOW-datum.

Anders dan bij de tijdelijke oudedagslijfrente kent de bruto uitkering per jaar geen maximum.

2. Tijdelijke oudedagslijfrente

Bij een tijdelijke oudedagslijfrente start de uitkering in of na het jaar dat je de AOW-leeftijd bereikt. Jouw uitkeringen hebben een minimale looptijd van 5 jaar. Als je voor een uitkeringsduur tussen 5 en 20 jaar kiest, is er een maximum bruto uitkering per jaar van € 22.089,- (2020). In onderstaande gevallen kan de tijdelijke oudedagslijfrente eerder starten dan het jaar waarin je de AOW-leeftijd bereikt, namelijk in of na het jaar waarin je 65 wordt.

  • Als je na 31 december 2013 niet meer heeft ingelegd op jouw lijfrente mag je in of na het jaar waarin je 65 wordt het hele lijfrentekapitaal voor een tijdelijke oudedagslijfrente gebruiken.
  • Als je na 31 december 2013 nog heeft ingelegd op jouw lijfrente mag je alleen het deel van jouw lijfrentekapitaal dat je op 31 december 2013 opgebouwd had gebruiken voor een tijdelijke oudedagslijfrente die start in het jaar dat je 65 wordt. Voor de rest van jouw lijfrentekapitaal moet de tijdelijke oudedagslijfrente in of na het jaar waarin je de AOW-leeftijd bereikt starten.

Belasting bij meerdere pensioenuitkeringen

Ontvang je meerdere (pensioen)uitkeringen? Bijvoorbeeld AOW en een lijfrente-uitkering? Dan betekent dit dat je van verschillende instanties uitkeringen ontvangt en dat zij elk apart belasting inhouden op het bedrag dat zij aan je uitbetalen. Het is mogelijk dat zij allemaal rekening houden met de loonheffingskorting, waardoor je waarschijnlijk te weinig belasting betaalt. Het is belangrijk om dit tijdig na te gaan, zodat je geen naheffing krijgt. Het is verstandig om de instantie waar je de hoogste uitkering van krijgt rekening te laten houden met de loonheffingskorting.

Jaarruimte

Als je het voorgaand jaar een pensioentekort had, mag je premies voor lijfrente aftrekken. Dit wordt de jaarruimte genoemd en deze kan je berekenen via de site van de Belastingdienst.

Reserveringsruimte

Als je jouw jaarruimte niet volledig gebruikt, kan je het restant van de jaarruimte later alsnog aftrekken. Het totaalbedrag van alle jaarruimten wordt jouw reserveringsruimte genoemd. Je mag nooit meer aftrekken dan het maximum voor de reserveringsruimte. Je kan de jaarruimte die je niet hebt gebruikt in de 7 jaren erna nog gebruiken.

Heb je nog vragen over hoe het aanvullend pensioen in jouw persoonlijke situatie belast wordt? Neem dan contact op je financieel adviseur.