OndernemerParticulier

De kabinetsplannen voor 2023 – wat merk jij daarvan?

28 september 2022

Koning Willem-Alexander opende op dinsdag 20 september 2022 het politieke jaar door de Troonrede voor te lezen. In de dagen daarna discussieerden de leden van de Tweede Kamer over de kabinetsplannen.

Maar wat merk jij straks van al die plannen? De maatregelen die het kabinet presenteerde, hebben zeer waarschijnlijk een positief effect op de koopkracht voor 2023. Maar ze zullen de koopkrachtdaling over 2022 niet helemaal goedmaken. We zetten de belangrijkste veranderingen voor je op een rij. 

Energiemaatregelen

Het kabinet heeft een aantal maatregelen aangekondigd om zo de financiële gevolgen van de hoge energieprijzen enigszins te verzachten.

Energiebelasting
De regering stelt voor om een verlaging door te voeren van de energiebelasting voor gas en elektriciteit. De energiebelasting op gas daalt met € 0,0631 per m3 en op elektriciteit met € 0,0706 per kWh.

Prijsplafond
Omdat steeds meer gezinnen en bedrijven in de financiële problemen komen door de hogere energieprijzen, wil het kabinet daarnaast een tijdelijk prijsplafond voor gas en elektriciteit. Het prijsplafond zou op 1 januari 2023 in moeten gaan, maar het kabinet kijkt of er ook al voor dit jaar maatregelen mogelijk zijn.
Het kabinet wil alle huishoudens helpen. Er wordt een volumegrens voorgesteld van 1.200 m3 voor gas en 2.400 KWh voor elektra. De korting die een gemiddeld huishouden krijgt, zou dan ongeveer uitkomen op € 2.280,- per jaar. Het kabinet is nog bezig met het uitwerken van de precieze details van het prijsplafond.

Hoe zit het met de koopkracht?

Eén van de belangrijkste zaken in de Miljoenennota is de inschatting van de koopkracht voor het komende jaar. Dit begrip geeft aan wat je van je inkomen kunt kopen. De verwachte koopkracht van een doorsnee huishouden stijgt met 3% in 2023. Maar de verschillen tussen de inkomenssituaties zijn behoorlijk. Bovendien maakt de koopkrachtverwachting voor 2023, in de meeste gevallen, het koopkrachtverlies in 2022 niet goed.

Lager tarief in Inkomstenbelasting box 1
In box 1 van de inkomstenbelasting wordt onder andere inkomen uit werk belast. Heb jij de AOW-leeftijd nog niet bereikt? Dan gelden vanaf 1 januari 2023 in box 1 de volgende belasting- en premietarieven:

Het tarief voor de inkomstenbelasting in de eerste schijf daalt van 37,07 procent naar 36,93 procent. De inkomensgrens van de eerste schijf is verhoogd met € 3.633,-; van € 69.398,- (2022) naar € 73.031,- (2023). Over jouw inkomsten in box 1 betaal je tot € 73.031,-  dus iets minder belasting. Het tarief in de tweede schijf is gelijk gebleven.

Heb jij de AOW-leeftijd bereikt? En ben je geboren vanaf 1946? Dan gelden vanaf 1 januari 2023 in box 1 de volgende belastingtarieven:

Het tarief in schijf 1 bestaat uit belastingen en premies volksverzekeringen. Mensen die recht hebben op AOW, betalen geen premie voor de AOW. Daarom is het tarief in schijf 1 opgesplitst in twee tarieven. In het laagste tarief is deze premie voor de AOW niet meegenomen. Deze schijf is verlaagd met 0,14 procentpunt (was 19,17% in 2022). In de tweede schijf wordt het tarief ook met 0,14 procentpunt verlaagd (was 37,07 in 2022). Het tarief in de hoogste schijf is niet veranderd (49,50%). De inkomensgrenzen gaan omhoog: in de eerste schijf van € 35.472,- (2022) naar € 37.149,- (2023) en voor de tweede schijf van € 69.398,- (2022) naar € 73.031,- (2023). Door deze aanpassingen ga je iets minder belasting betalen over je AOW.
Ben je geboren vóór 1946? Dan geldt vanaf 1 januari 2023 in box 1 een ander eerste belastingtarief: € 38.703,- in plaats van € 37.149,-. De overige getallen en percentage blijven wel hetzelfde.
De AOW-uitkering stijgt (net zoals het minimumloon) vanaf 1 januari 2023 met 10%.

Belasting over jouw vermogen (box 3)

In de afgelopen jaren was er veel te doen over het fictieve rendement dat door de belastingdienst werd geheven over vermogen. Tot jouw vermogen rekent de belastingdienst de waarde van je spaargeld, beleggingen en eventuele tweede huis. De Hoge Raad heeft in 2021 een uitspraak gedaan over het box 3-stelsel. Het box 3-stelsel zou rekening moeten houden met werkelijke rendementen, in plaats van fictieve rendementen.

Vanaf 2026 is er een nieuw stelsel voor box 3 waarin het werkelijke rendement op vermogen wordt belast. Voor de komende jaren tot 2026 geldt er overbruggingswetgeving.

Overbruggingswetgeving 2023 – 2025
Het kabinet heeft een wetsvoorstel uitgewerkt voor de belastingjaren 2023, 2024 en 2025. Hierin houdt het kabinet ook rekening met de werkelijke verdeling tussen spaargeld, schulden en beleggingen.
Daarbij gelden de volgende aanpassingen met ingang van 2023:

  • Het heffingsvrij vermogen wordt verhoogd naar € 57.000,- per belastingplichtige. Voor fiscaal partners is het heffingsvrij vermogen dus € 114.000,-.
  • Het belastingtarief wordt jaarlijks verhoogd met 1 procentpunt. In 2023 is het belastingtarief dus 32%, in 2024 is dat 33% en in 2025 is dat 34%.

Algemene heffingskorting

De algemene heffingskorting (AHK) is een korting op jouw inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Je betaalt hierdoor minder belasting en premies. Iedereen heeft recht op de algemene heffingskorting. Maar of je volledig gebruik kunt maken van deze heffingskorting, hangt af van je leeftijd en of je het hele jaar in Nederland hebt gewoond.
De AHK wordt vanaf 1 januari 2023 afhankelijk van je inkomen in box 2 en box 3. Hierdoor zal de AHK sneller afbouwen voor personen met inkomen in box 2 en box 3. De maximale AHK wordt verhoogd met € 182,- in 2023 en wordt daarmee € 3.070,- bij een inkomen van € 22.660,- . Boven dit inkomen daalt de algemene heffingskorting.

Arbeidskorting

De Belastingdienst houdt de arbeidskorting in op de inkomstenbelasting die je moet betalen. Je krijgt dus korting op je belasting. Iedereen die werkt heeft recht op arbeidskorting, ongeacht de hoogte van het salaris. Heb je een werkgever? Dan houdt hij bij de berekening van de loonheffing al rekening met de arbeidskorting. De maximale arbeidskorting wordt verhoogd met € 792,- in 2023 en wordt daardoor € 5.052,- bij een inkomen van € 37.626,- .

Verlaging eigenwoningforfait

Heb je een eigen woning? Dan beschouwt de fiscus dit als vermogensopbouw. Je profiteert dan meer van je woning dan iemand die huurt. Daarom moet je voor het bezit van een eigen woning een bedrag optellen bij je belastbare inkomen: het eigenwoningforfait. De komende jaren wordt het eigenwoningforfait stapsgewijs verlaagd.
Heb je een woning met een WOZ-waarde tot € 1.200.000,-? Dan is het percentage 0,35% in 2023 (Was 0,45% in 2022). Vanaf € 1.200.000,- is het percentage 2,35% (gelijk aan 2022).

Een voorbeeld
De WOZ-waarde van jouw eigen woning is: € 500.000,-. Het percentage waarmee je het eigenwoningforfait berekent is: 0,35%. De berekening van jouw eigenwoningforfait is dan als volgt: € 500.000 x 0,0035 = € 1.750,-.

Wanneer kun je met pensioen?
De AOW-leeftijd blijft gekoppeld aan de levensverwachting, maar op een andere manier. Stijgt de levensverwachting met één jaar? Dan stijgt momenteel ook de AOW-leeftijd met één jaar. Ook eind 2021 bleek de levensverwachting minder toe te nemen dan eerder verwacht. Daarom blijft de AOW-leeftijd ook in 2027 op 67 jaar. Eind 2022 wordt de balans opnieuw opgemaakt en wordt de AOW-leeftijd voor het jaar 2028 vastgesteld.

De AOW-leeftijd voor de komende jaren is:

Heb je vragen over jouw pensioenopbouw?

Wil je meer weten over het door jou opgebouwde pensioen? Ga dan naar mijnpensioenoverzicht.nl. Wil je een aanvulling op jouw pensioen, eerder met pensioen of heb je vragen over het opbouwen van een (aanvullend) pensioen? Neem dan contact op met je financieel adviseur. Jouw adviseur informeert je ook graag over de mogelijkheden van het opbouwen van een aanvulling op jouw pensioen via Scildon Beleggen of Scildon Easy B op basis van profiel beleggen.

Terug naar overzicht